Wat hebben wij toch fascinerende woorden in onze taal. Vernuftig, bijvoorbeeld. Waar komt dit woord dan weer vandaan? Zet je slimme bril op en ontdek de etymologie van vernuftig.
Vernuftig is het bijvoeglijk naamwoord bij vernuft (verstand), dat sinds medio 1350 in onze taal voorkomt. Het woord vindt zijn oorsprong in de 9e eeuw, bij het Oudhoogduitse firnumft en is afgeleid van het werkwoord firneman (vernemen of begrijpen). Letterlijk staat vernuftig voor iets als: verstandig gezien.
Het is niet zeker vanaf wanneer we vernuftig zelf zijn gebruiken, maar waarschijnlijk niet lang na de 14e eeuw. Vernuft hebben we waarschijnlijk opgepikt uit het Middelnederduits, een taal die ze rond 1200 in het noorden van het huidige Nederland en Duitsland spraken.
Dat wij dit woord overgenomen hebben, komt doordat er in de vroege middeleeuwen nog niet zoiets was als ‘Nederland’ of ‘Duitsland’, en de taalgrenzen vager waren. Door de jaren heen ging firnumft naar vornunft en later naar vernunft.
Leuk feitje: er zijn maar weinig woorden die zoveel synoniemen hebben als vernuftig. Volgens het Puzzelwoordenboek heeft ie er maarliefst negentien!
Hoe dit uiteindelijk vernuftig werd? Dit komt doordat wij -ig voegden aan zelfstandige naamwoorden om er bijvoeglijke naamwoorden van te maken. De kans is daarom groot dat de definitie van vernuftig vanaf zijn invoering met verstand is geweest.
Tot op de dag van vandaag wordt vernuftig trouwens nog gebruikt in de Duitse taal. “Jetzt sei doch mal vernünftig!” (Wees toch eens verstandig!)
Zelf kan ik maar geen genoeg krijgen van vernuftig. Lang geleden had ik een blog genaamd Vernuftige Verhaliteiten. Echt waar.
Meer leesvoer: de vervlochten betekenis achter verweven
Wist je dat… floreren oorspronkelijk ook letters versieren betekende?