Hoofdafbeelding bij Wat is de etymologie van toveren?

Wat is de etymologie van toveren?

door

in

Ah, toveren. Naast het feit dat het een van de oudste woorden uit onze taal is, vindt het naar verluid zijn oorsprong in het runenschrift. Ontdek de etymologie van toveren.  

Toveren komt van het Proto-Germaanse taubarōn en is een afleiding van taubara (tovermiddel). Het gaat terug op taubra- of taufra: kleurstof voor magische inscripties. Het woord werd vroeger geassocieerd met het schrijven van inscripties op runen met een speciale oranjerode verfstof.

Het is een van de oudste woorden in onze taal. Het duikt naar verluid als tōvar op in het Oudnederlands, en staat in de Sallische Wet (Lex Salica). Dit is een Germaans wetboek uit de 5e of 6e eeuw, waarin ook vroege vormen van het Nederlands te vinden zijn. Volgens het Etymologisch Woordenboek kun je tōvar echter niet met 100% zekerheid Oudnederlands noemen.

Toveren wordt dus geassocieerd met het runnenschrift. Voordat wij ons huidige alfabet gebruikten, schreven onze Germaanse voorouders in runen. Dit zijn oude letters die in steen, hout of metaal werden gekerfd. Het oude runenschrift bevatte oorspronkelijk 24 lettertekens waar (jawel) een magische betekenis aan verbonden werd.

Het Germaanse runenschrift. Elke letter had zijn eigen betekenis en associaties. (Bron foto: Fantasywereld)

Toveren in de Nederlandse taal

Het huidige toveren is volgens het Etymologisch Woordenboek van de Nederlandse Taal voor het eerst in 1240 vastgelegd in het, toen Middelnederlands (dit spraken wij rond 1200 – 1500). We schreven het toen als tourem, maar je sprak het uit als ‘tovren’. Dit komt omdat de ‘u’ in vroegere tijden bij ons gelijk stond aan de ‘v’.  

In de 13e eeuw was de betekenis van toveren al magie beoefenen. Maar ook: zwarte kunsten beoefenen. In de Middeleeuwen associeerde men tovenarij doorgaans niet met Harry Potter en de zijnen, maar met het werk van de duivel.

Toveren was vroeger dus best wel een duister woord. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volgende zin uit 1285: God ghebod … toueren. Niemene gheloefde no ne dede (God gebood dat niemand in tovenarij zou geloven of zich ermee bezig zou houden).

Leuk feitje: Tovenaar (magiër) duikt al in de 10e eeuw in ons woord op als tōvereri. Vroeger spraken wij dus van een toveraar! Later is deze spelling gewijzigd omdat de uitspraak verwarrend was door de twee opeenvolgende ‘r’-en. 

Meer etymologievoer: de magische betekenis achter sprookje
Wist je dat… charmant van het Oudfranse woord voor betovering komt?