Ah, nachtmerrie. Paarden van de nacht. Of zit er toch wat anders achter? Waar komt dit woord eigenlijk vandaan? Doe het licht aan en kom achter de etymologie van nachtmerrie.
Nachtmerrie betekent oorspronkelijk nachtspook of nachtelf. Het verwees naar boze geesten, vaak vrouwen, die mensen in hun slaap kwelden door hun ademhaling te belemmeren. Zogenaamde nachte merien of later nachtmare.
Het merrie in nachtmerrie is een verbastering van een inmiddels uitgestorven Nederlands woord: mare. Dit woord betekende bericht of gerucht, maar ook spook of elf. In bepaalde delen van Nederland sprak met mare uit als merry, waardoor het langzamerhand nachtmerrie werd.
Nachtmerrie is volgens de Etymologiebank voor het eerst vastgelegd in 1437. Toen als nachte merien (nachtspoken). Door de tijd heen groeide het tot een synoniem voor angstdroom.
Heeft nachtmerrie helemaal geen connectie met paarden?
Nou, eigenlijk toch wel.
De betekenis nachtspook komt door het achtervoegsel mare, dat afstamt van het Oudierse mor of mor-rigain, wat vrouwelijke spookverschijning, koningin of demoon van het slagveld betekent.
Mare wordt echter ook geassocieerd met een godin uit de Slavische religie. Mara (ook wel Marena) is de godin van de winter en dood, maar ook van wedergeboorte. Zij had volgens de mythologie negen hoofden en kon zich ’s nachts in een witte merrie veranderen.
Mare kun je een uitgestorven of vergeten woord noemen. Maretak en het Duitse woord voor sprookje (Märchen) zijn twee van de weinige hedendaagse afleidingen.
Leuk feitje: Een nachtmerrie wordt in het Duits een Albtraum genoemd. Dit stamt af van elf (die vroeger veel duisterder waren dan tegenwoordig). In Duitsland noemen ze een nachtmerrie dus een elvendroom!
Meer leesvoer: droom
Wist je dat… een sprookje eigenlijk een spreukje zou moeten heten?