Hoofdafbeelding bij Waar komt het woord droom vandaan?

Waar komt het woord droom vandaan?

Ons brein heeft er ’s nachts een handje van om je fantasievolle omgevingen voor te schotelen – en je ze weer te laten vergeten als je wakker wordt. En net als onze nachtelijke uitspattingen, weet men eigenlijk helemaal niet zo goed wat de etymologie is achter droom.

De oudste datering van droom in het Nederlands, komt waarschijnlijk uit de 12e eeuw, met het Oudnederlandse in drourne (betekenis: in een droom). Dit manifesteerde zich in 1240 tot droem en later die eeuw tot drom, met de illustere zin: Nabugodonosor sach. Eenen drom (Nabukadnezar had een droom). Ook in de vroegere vorm van onze taal, betekende dromen dus al beelden die in de slaap voor de geest komen.

Maar hoe dit woord in onze taal geslopen is?

Wat is de etymologie van droom?

Door de jaren heen, zijn er twee theorieën bedacht voor de etymologie van droom:

  1. Droom komt van het Germaanse woord voor bedrog
    Vroeger was men ervan overtuigd dat dromen van draugma kwam, het Proto-Germaanse woord voor bedrog, illusie en verschijning. Vrij logisch, zou je denken: een droom is fictief. Je kunt het zien als bedrog, een illusie. Kijk je naar de etymologie achter het Duitse Träum (vroeger: troum), dan verwijst deze naar hetzelfde draugma. Toch is de grondbetekenis achter dit woord vrij negatief, terwijl dromen van oudsher met positieve gevoelens en waarheid werden geassocieerd. Veel Germaanse culturen dachten vroeger zelfs dat ze voorspellend waren.
  2. De etymologie van droom ligt bij het Engelse dream
    Dream is de Engelse vertaling van droom. Maar wist je dat het vroeger iets heel anders betekende? Dream stond in het Oudengels voor plezier, muziek, gejubel. Een veel positievere associatie, niet? Droom kan hierbij een afleiding zijn van het Oudengelse werkwoord dreogan (doen, uitvoeren, actief zijn). De betekenis van droom zou dan ontwikkeld zijn van activiteit tot levendige voorstelling en uiteindelijk (dag)droom.

Hoewel het strikt genomen niet bewezen is, lijkt over het algemeen toch de eerste theorie het meest waarschijnlijke. Het Britse Etymonline stelt dat  “toewijdende studie niet kon bewijzen dat het Oudengelse dream de bron is van het moderne woord, ondanks dat ze hetzelfde zijn”.

Leuk feitje: We dromen ongeveer zes jaar van ons leven, maar wist je dat je alleen droomt over dingen die je ooit gezien hebt? Alle mensen, dieren en plaatsen die je ziet in je dromen, ben je ooit eens tegengekomen.

‘Dromen’ we dankzij de Vikingen?

De herkomst is zo moeilijk te bepalen, doordat de meeste Germaanse talen wel een variant op droom hebben: draumar (Oudnoors), drøm (Deens), dröm (Zweeds), dram (Oudfries) en het oudsaksische drom.

De Noren hadden in de 10e eeuw, ruim tweehonderd jaar voor de eerste benoeming van droom in onze taal, zelfs al een gedicht getiteld Baldrs draumar (de droom van Baldr). Dit is een verhaal uit de Noorse mythologie, dat gaat over de nachtmerries van de god Baldr.

Zouden we het dan toch dankzij die stiekeme Vikingen kennen?

Meer etymologievoer: de duistere etymologie achter nachtmerrie
Wist je dat… we heimwee mogen bedanken voor het woord nostalgie?